maandag 1 februari 2010

De blogger in mij

Vandaag mocht ik me vroeg in de ochtend weer begeven richting het medische dorp van onze provincie: Het UMCG. Dit keer de auto neergezet in P-Noord. Dichter bij de afdeling waar ik moet zijn (hoezo lui?). Je loopt vanaf je parkeerplekkie de trap op naar boven (jaja), naar de ingang van het UMCG. En dan begint het bij mij in mijn hoofd... Ik zie van alles gebeuren en denk: Dat kan vanavond mooi in mijn blog. Maar veel verder dan "losse flodders" komt het niet. Ook nu ik achter het toetsenbord zit, komt het niet tot één geheel, terwijl ik daar anders niet zo veel moeite mee heb.
Dan maar losse flodders...

We komen dus uit de parkeergarage en wandelend naar de ingang komen we voorbij een oudere man, liggend op een brancard, met het slangetje van de beademing uit zijn mond stekend. D'r zit alleen niets aan het slangetje en zo naar de man kijkend kon je je afvragen of dat ook nog wel zin had. Maar het feit dat hij niet was afgedekt en via een laadklep met brancard en al een soort ambulance werd ingereden, deed ons toch weer anders vermoeden... De geheimzinnigheid en onwetendheid leidt ons tot aannames. En dat is gevaarlijk, want het gaat 99% van de tijd voorbij aan de werkelijkheid. We DENKEN dat we van alles weten, maar we weten het pas, als we er naar vragen. En dat doen we dan weer niet. Dus we blijven gissen.
Want onze nieuwsgierigheid wordt in een ziekenhuis flink getriggerd. Continue vragen we ons af wat iemand heeft, waar hij/zij voor komt, waar de persoon vandaan komt (want mensen komen zelfs uit Limburg naar het UMCG), enzovoorts. Maar je vraagt het niet, want dat is een stukje privacy...

Wij moesten ongeveer twee uur wachten tussen het bloedprikken en de afspraak. Dan maar even koffiedrinken in het bistrootje in het midden van het UMCG. Daar zittend zie je allerlei mensen voorbij komen. Een gezin met moeder, vader en kind (das ook weer een aanname, het kan ook moeder, kind en kennis zijn). De dame en het kind gaan op het randje van de fontein zitten en tegelijkertijd vraag je je af voor wie ze hier zijn. Kijkend naar de man en de manier waarop hij handelt, denk je dat hij het zou kunnen zijn. En je denkt: Als het maar niet iets ernstigs is met het kind...

Een andere losse flodder waar ik tegen aanliep, was de tegenstrijdigheid. Aan de ene kant dus de oude man open en bloot in de kou op een brancard. Aan de andere kant worden karretjes om en door het ziekenhuis gerold die goed afgesloten zijn. Alsof we niet mogen weten wat er in zit. en dat wekt weer nieuwsgierigheid... Het kan de post zijn, die afgedekt wordt omdat het nog steeds sneeuwt en regent en de ontvanger de post graag droog krijgt. Maar het kan net zo goed een donor-orgaan zijn. Zeg het maar...
Nog een tegenstrijdigheid is het roken. Na de koffie liepen we even naar buiten. Je moet in een glazen huisje gaan staan, ver van de ingang. Ik vind het niet erg om buiten te roken. Dan verwaait mijn rook en stink ik niet naar een nicotinefabriek zo vlak voor ik naar de arts moet. Wij blijven dus buiten het glazen huis staan. En hoewel de medische wereld ons via allerlei wegen wil laten stoppen, staan er verple(e)g(st)ers en artsen te roken. Soms zelfs uitgebreid pijp-rokend (moet je toch niet aan denken dat je dan in dat huisje staat...)

En zo lopen we uiteindelijk maar naar de afdeling. We gaan daar wel verder wachten. Boekje d'r bij... we vermaken ons wel. Na een poosje komt de arts naar ons toe lopen en schudt zijn hoofd. Heel even denk ik dat mijn waarden echt nog niet goed zijn. Maar hij bedoelt: Ik heb de waarden nog niet binnen. Nog even langer wachten. Pffff... was ik bijna in mijn eigen aanname getrapt.

Uiteindelijk mogen we naar binnen. Twee uur wachten op een bezoekje van hooguit vijf minuten. De uitslagen waren al wel beter, maar goed is het nog niet. Volgende maand weer een ochtendje UMCG...

2 opmerkingen:

  1. Die man buiten op de brancard bleek een reanimatiepop. Daar heb ik Mariel ook maar even opgewezen;)

    Daarom zat er ook niets aan het slangetje.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. gelukkig gaathet iets beter.
    En die reanimatiepop zag er dan wel echt uit.

    Je moet maar zo denken, zo'n dagje mensen kijken en over die mensen na te denken helpt je door het wachten heen.

    BeantwoordenVerwijderen